“Wij zorgen dat professionals statushouders beter kunnen plaatsen”

De werkgever wil wel. De statushouder ook. En toch lukt het niet om een plaatsing voor elkaar te krijgen. De taalbarrière, de ‘verkeerde’ inburgeringsroute, de financiering, er zijn tal van obstakels bij het op weg helpen van statushouders naar werk. Daarom is er straks in elke arbeidsmarktregio een ‘Verbinder statushouder-werk’. Marjolein Thoma is er daar een van. “Bij veel gemeentes zijn inburgering en werk nog twee bloedgroepen. Daar is nog werk aan de winkel.”

Foto v.l.n.r.: Maarten Becks (arbeidsmarktregio (AMR) Gooi- en Vechtstreek), Mario van Dijk (AMR Groningen), Marjolein Thoma (AMR Zwolle) en Renske Waardenburg (AMR Achterhoek).

“Het is op zich een mooie wet, maar hartstikke complex voor de professional,” zegt Marjolein Thoma over de nieuwe Wet Inburgering. “Bovendien word je als werkconsulent, klantmanager of accountmanager vaak door de waan van de dag geregeerd en is het al een hele klus om je eigen caseload goed te bedienen.” De Verbinder statushouder-werk is er om de groep statushouders beter te ondersteunen en meer kansen te geven. “In de praktijk betekent dit dat we er vooral zijn voor de professionals. Zodat zij mensen beter en sneller kunnen plaatsen.”

In elke arbeidsmarktregio
Iedere maand komen er twee of drie Verbinders bij, tot elke arbeidsmarktregio er eentje heeft. Inmiddels zijn er al zeventien. Deze rol is in het leven geroepen dankzij de Taskforce VIA (Verdere integratie op de arbeidsmarkt) van het ministerie van SZW. Marjolein is Verbinder in de regio Zwolle: “De Verbinders komen regelmatig bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en good practices met elkaar te delen. Maar ook omdat je soms over regio’s heen verbindingen moet leggen.”

- Dit doet een Verbinder: slimme constructie zodat er wél financiering is -
Een voorbeeld van zo’n good practice is het verhaal van de schilder. “In Zwolle hebben we – zoals op zoveel andere plekken - een ontwikkelbedrijf, het voormalig sociaalwerkbedrijf. Daar zijn ze bezig met een traject voor het opleiden van schilders. Ze namen contact met mij op met de vraag: we hebben statushouders geworven die hier echt interesse in hebben en we kunnen alles financieren, behalve het coachen. Dat valt buiten de subsidiemaatregelen. We hebben wel een schilder die alles wil begeleiden. Hoe lossen we dat op? Toen dacht ik: als we die schilder nu eens onder contract brengen bij het ROC, dan kan hij wél in de subsidieregeling mee. En zo is dat toen inderdaad gebeurd. Het zijn vaak dit soort kleine dingen, waarmee je wel iets groots in beweging zet.”

Inburgering en participatie horen bij elkaar
Binnen gemeentes is het vaak nog een uitdaging om inburgering en participatie met elkaar te verbinden. Terwijl dat wel de gedachte is achter de nieuwe inburgeringswet. Marjolein: “Binnen gemeentes zijn het vaak nog twee bloedgroepen en mensen blijven dan soms praten vanuit de eigen afdeling. Terwijl het denken over werk bij het COA al moet beginnen. De huisvesting kunnen we niet oplossen, maar als je iemand snel kunt laten meedoen aan activiteiten, is diegene straks voor de helft al klaar met de inburgering. Als mensen vervolgens in een leerroute zitten en een woning hebben, kijk je naar wat er nog meer kan. Dan kunnen professionals bij een Verbinder terecht: wat gebeurt er al? Heb je contacten? Met wie kunnen wij schakelen?”

- Dit doet een Verbinder: snellere route voor hoogopgeleiden -
Nog een voorbeeld: “Iemand kent het latijnse schrift niet, maar heeft in eigen land al een hoge opleiding gedaan en scoort goed op de leerbaarheidstoets. Dan is de B1-route best lang. Dit komen professionals vaker tegen. Laatst heb ik daarom geadviseerd om eens te schakelen met collega’s in een buurgemeente, omdat ze daar werken in een combinatie van leerroute, taalonderwijs en een startbaan. Dat is werken in combinatie met een intensief taaltraject, zodat de hoogopgeleide mensen sneller doorstromen, want die leren de taal snel. Dan komen ze op een route die veel beter aansluit bij hun kwaliteiten.”

Netwerk bouwen
“Als je het globaal bekijkt, is de gedachte achter deze Verbindersrol om de partijen en de initiatieven die er al zijn aan elkaar te verbinden. Zodat het wél lukt om die statushouder naar werk te begeleiden. Je moet dus goed op de hoogte zijn van wat er allemaal al is en wat er allemaal kan. En creatief zijn. Op onderwijs en welzijn blijven initiatieven vaak op het niveau van de gemeente, maar je kunt die ook naar andere plekken kopiëren. Dat doen wij dus. Ik zit dus niet in de uitvoering. Je moet er een beetje boven hangen om alles met elkaar te verbinden. Vooral niet het wiel opnieuw uitvinden, maar echt een netwerk bouwen,” aldus Marjolein.

- Dit doet een Verbinder: toetsing als er geen opleidingsbewijs is -
Nog een voorbeeld: “Laatst belde een collega van het regionaal mobiliteitscentrum (RMT) over een statushouder uit Rusland. Zij was daar opgeleid tot arts, maar moest vluchten, omdat ze een mening had over een oorlog die je daar geen oorlog mag noemen. Ze kon haar papieren niet meenemen en kon dus niks bewijzen. Zij moet getoetst worden, maar hoe? Ik heb de collega naar een project in Groningen verwezen bij het UMCG om te kijken wat zij kunnen doen voor een BIG-registratie. En toen heb ik de noodzakelijke lijntjes gelegd, met een paar telefoontjes.”

Hier kun je vinden of er in jouw arbeidsmarktregio een verbinder zit.

En hier vind je informatie over het plan van aanpak ‘Statushouders aan het werk’ waar de verbindersrol een onderdeel van is.